Automatische ruitenwissers met regensensor

Automatische ruitenwissers maken gebruik van een regensensor die in het gebied rond de achteruitkijkspiegel is geplaatst. De regensensor bewaakt de hoeveelheid vocht op de voorruit en schakelt de ruitenwissers automatisch in. Het systeem zal de ruitenwissersnelheid aanpassen aan de hoeveelheid vocht die de sensor op de voorruit detecteert.

De automatische wisfunctie gebruiken

Schakel de automatische ruitenwissers aan door de ruitenwisserhendel omhoog te verplaatsen naar de eerste stand.

Schakel de automatische ruitenwissers uit door de ruitenwisserhendel omlaag te verplaatsen.

Gebruik de draaiknop om de gevoeligheid van de automatische ruitenwissers aan te passen. 

• Wanneer u een lage gevoeligheid kiest, werken de ruitenwissers wanneer de sensor een grote hoeveelheid vocht op de voorruit detecteert. 
• Wanneer u een hoge gevoeligheid kiest, werken de ruitenwissers wanneer de sensor een kleine hoeveelheid vocht op de voorruit detecteert.

De automatische wisfunctie is actief en klaar voor gebruik wanneer de ruitenwisserhendel in de eerste stand staat en is geselecteerd in het informatiedisplay. Via het informatiedisplay kunt u de automatische wisfunctie wijzigen naar intervalwissen.

Opmerking:  Als u automatisch inschakelende koplampen samen met de automatische wisfunctie inschakelt, worden uw dimlichten automatisch ingeschakeld wanneer de regensensor de ruitenwissers continu activeert.

Houd de buitenzijde van de voorruit schoon. 

De regensensor is erg gevoelig en de wissers werken wellicht niet als er vuil, damp of insecten op de voorruit zitten.

Natte of winterse rijomstandigheden met ijs, sneeuw of opspattend water met strooizout kunnen inconsequent en onverwacht wissen of vegen veroorzaken. In deze omstandigheden kunt u het volgende doen om de voorruit schoon te houden:

• Verlaag de gevoeligheid van de automatische ruitenwissers om minder vegen te krijgen.
• Schakel naar wissen tegen normale of hoge snelheid door de ruitenwisserhendel omhoog te verplaatsen.
• Schakel de automatische ruitenwissers uit en schakel intervalwissen in via het informatiedisplay.
• Schakel de automatische ruitenwissers uit door de ruitenwisserhendel omlaag te verplaatsen.

Opmerking:  Reinig de voorruit en de ruitenwisserbladen als u vegen of vlekken begint op te merken. Breng nieuwe ruitenwisserbladen aan als het probleem hiermee niet is opgelost.